|
Mrt.
- apr. 2024, 19e jg. nr.1.
Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
|
|||||
VOORKANT | ACTUEEL | AGENDA | UITGELICHT | ARCHIEF | COLOFON |
voorpagina artikel |
recensies van tentoonstellingen | actuele
exposities Nederland België |
opmerkelijke kunstberichten |
artikelen
uit vorige nummers |
over Het Beeldende Kunstjournaal |
Kunst
toegankelijk voor iedereen Rotterdam heette een doe-stad te zijn, een stad van werkers. Vooral na de laatste oorlog hebben ze dat tijdens de wederopbouw laten zien. Die werkmentaliteit dateert van lang geleden. In 1845 bijvoorbeeld, weigerde het gemeentebestuur een prachtig kunstlegaat met de argumentatie: "We geven geen geld uit aan zaken die alleen het genoegen dienen." Door Peter van Dijk
In het glas van de kom weerspiegelt de stad zich, als een panoramische foto-opname van de dynamiek in de stad. Binnen zijn maar liefst 154.000 kunstwerken opgeslagen, verdeeld over zes verdiepingen, in veertien verschillende depots met eigen klimaatregelingen en verrijdbare systeemkasten, hangkasten en rekken voor schilderijen. Indien nodig beschermd tegen stof en licht. Eén perfect uitgedachte en gecontroleerde museale opslagruimte. Het nieuwe depot was onvermijdelijk. De oude kelder onder het museum Boijmans Van Beuningen waarin de kunstschatten waren opgeslagen, lekte water. Het museum wordt intussen grondig verbouwd. Toegankelijk Het publiek mag vrij rondlopen, hoewel sommige ruimtes alleen onder begeleiding toegankelijk zijn, omdat vocht en temperatuur onder controle moeten blijven. Zoals in de ruimte waar kwetsbare schilderijen, als de 'Drie Maria’s aan het graf' (1495) van Jan van Eyck bewaard worden. Of in het restauratie-atelier. Het kan zijn dat je na een half uur de zaal weer uit moet, omdat deze tot rust moet komen. In het restauratie-atelier staat momenteel 'De populierenlaan bij Nuenen' van Van Gogh op een ezel. Na 150 jaar is het werk aan een opknapbeurt toe. De verflagen zijn vergeeld en fragiel. Uit röntgenfoto’s bleek dat 'De Populierenlaan' over een ander schilderij van Van Gogh, van de Oude Toren en de Clemenskerk in Nuenen, heen geschilderd is.
Of je reserveert tevoren een rondleiding. Dat verruimt meteen je kijk op het werken in een museum. Hoe moet je de duizenden kunstwerken classificeren, hoe ze bereikbaar en in conditie te houden? Maar de rondgang werpt ook de vraag op: wat is het nut van al die spullen, waarom zoveel en zo divers? Van die duizelingwekkende hoeveelheid gebruiksvoorwerpen bijvoorbeeld, die in de verrijdbare kasten staan opgetast, een bureaustoel van Olivetti, een simpele kookpot, pispotten, glazen, een schrijfmachine, tafels en vele, vele andere industriële spullen. Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig: eenmaal begonnen met verzamelen, komt er geen eind aan. Een verzamelaar wil qualitate qua alles op zijn gebied verzamelen. De grens wordt alleen bepaald door geld, ruimte en tijd.
Gebruikskunst
Binnen het gemeentelijke beleid om meer mensen naar het museum te halen is het Depot zeker een publieksvriendelijke voltreffer. Vele musea werken op allerlei manieren aan hun publieksvriendelijkheid: prettige cafetaria, uitmuntende lunches, shop met sierlijke vazen, kunstboeken en snuisterijen, ruimere toegangshallen, videopresentaties, audio-uitleg, soms van bekende mensen. En de droom is natuurlijk een blockbuster. Maar dat is alleen voor de grote musea weggelegd. Je hebt een aantrekkelijk idee of grote naam nodig (zoals nu Frans Hals in het Rijks), een belangrijke collectie zodat je makkelijker een ruil kunt maken met buitenlandse musea en een hoop geld voor een marketingcampagne.
Juweeltjes Een sympathiek initiatief kwam in 2015 van het tienjarige tv-programma De Wereld Draait Door om als cadeau aan het publiek een tiental bekende tv-medewerkers in de opslagkelders van een tiental musea te laten rondneuzen en van hun vondsten een tentoonstelling te maken. Dit verjaardagscadeau van DWDD, als Pop-upmuseum gelanceerd, toonde aan dat ettelijke musea hun depots veronachtzamen en steeds maar weer naar de kaskrakers grijpen. Pieter van Vollenhoven en vogelkenner Nico de Haan doken in het (oude) depot van het Rijksmuseum in Lelystad en vonden juweeltjes van vogelkunst, die vervolgens tentoongesteld werden in het Allard Pierson Museum.
Maar een bezoek aan het Depot brengt wel inzicht in de complicaties van het runnen van een museum. Op een erg plezierige en onderhoudende manier. Depot van Boymans Van Beuningen, Museumpark 24, Rotterdam, permanent bezoek. Website: www.boijmans.nl/depot. Peter van Dijk is journalist. Terug naar boven | Print dit artikel! | LEES MEER ARTIKELEN OP DE PAGINA ACTUEEL |
|